Een prestigieuze opdracht

Aan het begin van de twintigste eeuw beschikte de Tweede Kamer slechts over een handjevol vertrekken op het Binnenhof. Veel Kamerleden klaagden dan ook steen en been over de geringe ruimte die zij tot hun beschikking hadden. Om deze last te verlichten gaf de regering in 1919 een selecte groep architecten de opdracht een uitbreiding voor het bestaande Kamergebouw te ontwerpen. Onder hen waren grote namen zoals Daniël Knuttel en Hendrik Petrus Berlage.


Grootse plannen

Binnen een jaar hadden de architecten hun ontwerpen op papier staan. Vooral de tekeningen van Knuttel en Berlage baarden opzien. Knuttel koos voor een futuristisch ogend gebouw dat rechtstreeks uit de Verenigde Staten leek te komen en bekroond werd door een wolkenkrabber van bijna 100 meter hoog. Ook Berlage ging met zijn ontwerp de hoogte in. Zijn Kamergebouw kenmerkte zich door zakelijkheid en een opvallende smalle toren, die de nieuwe blikvanger van het Binnenhof diende te worden.


Een goedkoper alternatief

Deze indrukwekkende ontwerpen deden de regering schrikken. Het was allemaal iets te veel van het goede. Bovendien waren de verwachte kosten met 6 miljoen gulden ver boven het budget. Toen de Raad van State voorstelde enkele vertrekken aan de Tweede Kamer af te staan, stuurde de regering dan ook snel aan op dit goedkopere alternatief. Pas een halve eeuw later zou de uitbreiding van het Kamergebouw opnieuw op de agenda staan.